Roodborstjes uit het hoge noorden op Landgoed Bredius
Overal in tuin of park kunnen we het weer horen: de kristalheldere zang van de roodborstjes, zacht als het geklater van een beekje. Als pareltjes strooien ze, mannetjes en vrouwtjes, hun zang over ons uit.
Het zijn wintergasten uit het hoge noorden. Onze roodborstjes zijn opgeschoven naar het zuiden, naar België en Frankrijk. De noordelingen hebben nu hun plaats ingenomen.
Met hun zang stellen ze de grenzen van hun voedselterritorium vast en daarin dulden ze geen soortgenoten. Op kerstkaarten lijken ze zo vredelievend, maar nu zijn ze onverdraagzame vechtlustige rakkers. Hun overwinteringsgebiedje moet hun het nodige voedsel verschaffen om de winter door te komen. Dan kun je geen mee-eters erbij hebben. Met hun gezang houden ze die op afstand.
Dammis van ’t Zelfde